Het verhaal van Jonas Brøg is er een van liefde. Liefde voor mensen, voor zijn omgeving en voor muziek. En gelukkig ook weer liefde voor zichzelf. Na een moeilijke periode focust hij op de mooie dingen van het leven. Die beschrijft hij op zijn debuutalbum met de toepasselijke titel Next Stop: Good Vibes. De eerste plaat met een ‘goed gevoel-garantie’.
In het kort |
Als klein jongetje was Jonas altijd al gek van muziek. Hij groeide op in een artistiek gezin, waarin altijd muziek was. Zijn vader speelde viool en op zijn vierde begon ook Jonas met vioolspelen, op een instrument dat hij mocht lenen van de muziekschool. Ondanks grote dankbaarheid constateerde hij ook dat die viool waarschijnlijk al aan 20 andere kinderen uitgeleend geweest was, en daarbij niet heel goed behandeld. Zijn grootste fantasie was dan ook om een eigen viool te hebben. Eentje die niet te oranje was en niet te bruin, met mooie glimmende lak waar je de houtnerf doorheen zag, die heerlijk op de schouder lag en voorzien was van mooi nieuw paardenhaar.
Zevende hemel
Op kerstavond 1983 was het zover. Er was heel veel familie in huis en iedereen was iets anders aan het doen. Buiten vonden sneeuwgevechten plaats, opa zat in zijn stoel de krant te lezen onder het genot van een sigaar, oma was in de keuken koekjes aan het bakken… En Jonas? Die lag op zijn buik onder de piano gebiologeerd en verwachtingsvol te kijken naar de berg met cadeaus. Eentje had zijn speciale aandacht; die was prachtig ingepakt met een rode strik eromheen. Op een stickertje stond zijn naam. Dit kon alleen maar een viool zijn en de wildste fantasieën gingen door zijn hoofd. Hoe zou die klinken? Hoe zou die ruiken?
’s Avonds, na het eten en nadat rond de kerstboom gedanst was, mocht het pakje eindelijk geopend worden. Hij herinnert zich dat moment als een film die in slow motion wordt afgedraaid. In die fraaie verpakking zat inderdaad een vioolkist, en toen hij die opende, lag daar de mooiste viool die hij ooit had gezien. Nog veel mooier dan in zijn fantasie. Hij had precies de goede kleur en de houtnerf prikte prachtig door de glimmende lak heen. Om het instrument te beschermen, had zijn moeder er een lapje met hartjesprint overheen gelegd. Kleine Jonas was helemaal in de zevende hemel. Zijn grootste wens was werkelijkheid geworden.
Effect van muziek
Op dat moment maakte opa, die anders nooit zoveel sprak, aanstalten iets te gaan zeggen. Het werd doodstil in de kamer. “Jonasje, waarom speel je niet even iets voor ons?”, zei hij. Het zesjarige ventje wilde natuurlijk niets liever, dus hij ging staan tussen de glas-in-lood schuifdeuren en rechtte zijn rug. Je hoorde alleen nog het haardvuur knapperen. Jonas sloot zijn ogen en genoot met al zijn zintuigen van zijn nieuwe bezit. “De viool rook lekker, had een fijne greep en een perfecte balans”, herinnert hij zich. “De noten vloeiden er als het ware vanzelf uit. Het voelde als een soort trance en na een tijdje had ik het idee dat ik opsteeg. Het was heel apart. Ik weet niet meer hoe lang ik gespeeld heb, maar opeens schrok ik als het ware wakker en bedacht me dat ik misschien maar eens moest stoppen. Had ik niet teveel aandacht gevraagd? Dus ik stopte, met mijn ogen nog dicht. Het was muisstil. Langzaam en een beetje onzeker deed ik mijn ogen open. Iedereen zat er nog. Toen keek ik naar mijn opa en die stille, gesloten man had tranen van ontroering op zijn wangen. Mijn oma ook, zag ik. Mijn ouders zaten verrukt te kijken en mijn kleine zusje kwam me een knuffel geven aan mijn been. Het was de eerste keer dat ik ervoer wat muziek bij mensen teweeg kan brengen. Ik besloot ter plekke dat dit was wat ik de rest van mijn leven wilde doen. Ik wilde mensen dit gevoel geven.”
Talent ontwikkelen
Op school was Jonas in weinig anders geïnteresseerd dan muziek. Hij vond rekenen niet interessant en geschiedenis niet boeiend. Eigenlijk was hij alleen gegrepen door lezen en schrijven. Taal dus. Dat zou hem als songwriter nog van pas komen. Maar alles draaide toch vooral om muziek. Zijn leraren zagen dat ook, en stimuleerden Jonas om zijn passie te volgen. Hij moest natuurlijk wel de basiskennis opdoen, maar gelukkig voor hem was het onderwijs in Denemarken vooral gericht op het ontplooien van talent. Die vrijbrief nam hij met beide handen aan.
Tot verdriet van zijn lerares, die hem het nodige talent toedichtte, verruilde Jonas op zeker moment zijn viool voor drums. Hij had veel energie, waardoor het heftige en fysieke van drummen hem erg aansprak. De fantasieën van volle stadions met mensen die uit hun dak gingen, lieten niet lang op zich wachten. Maar zover was het nog niet…
Minder is meer
Je moet jonge Jonas meegeven dat het hem aan lef nooit heeft ontbroken. Dat bleek wel toen zijn grote held Adam Nussbaum, die onder anderen gedrumd heeft bij John Scofield, Stan Getz, Toots Thielemans en Michael Brecker, naar Kopenhagen kwam voor een optreden. In de pauze liep het ventje naar de grootmeester toe om te vertellen hoezeer hij van de eerste set genoten had. “And I would like to have a lesson from you”, voegde hij daaraan toe. “I’m not sure you can afford that”, was het antwoord, maar Jonas counterde: “I don’t think so either, but maybe you like me so much, that you will help me.” Toevallig had Nussbaum de volgende dag vrij, dus dat brutale kereltje mocht wel even langskomen.
“Hij is de hardste en beste leraar die ik ooit gehad heb”, weet Jonas nog. “Binnen één uur trok hij mijn hele kijk op drummen uit elkaar. Hij vroeg me een basisritme te spelen, maar om te imponeren, haalde ik er van alles bij. Keer op keer zei hij dat het ‘minder’ moest. Om die woorden kracht bij te zetten, haalde hij steeds meer onderdelen van de drumkit weg, totdat ik alleen nog het bekken, de snare, bass drum en hi-hat over had. Toen kon ik niet anders dan spelen hoe hij het wilde. Daarop gaf hij me de wijze raad dat ik een goede banddrummer moest zien te worden. ‘Het gaat niet om jou, het gaat erom dat je de band goed laat klinken’. Dat heb ik goed in mijn oren geknoopt.”
Haagse bluf
Jonas vertelde Nussbaum dat hij naar New York wilde, waar alle grote jazzmuzikanten waren. Dat raadde hij echter af. “Je moet daar pas heen gaan als je je met hen kunt meten. Zover ben je nog lang niet.” Het idee om naar het buitenland te gaan, moedigde hij wel aan. Daar ken je immers niemand en kun je dus 100% op het spelen focussen. Op advies van Nussbaum nam Jonas contact op met het Koninklijk Conservatorium in Den Haag om daar jazz-drummen te gaan studeren. Hoewel de inschrijving voor het volgende seizoen al gesloten was, mocht hij toch een cassette insturen om te laten horen wat hij kon. Op basis daarvan werd hij aangenomen, onder voorwaarde dat hij de theorie onder knie had. Jonas – een 100% praktijkmannetje – blufte dat dit zo was en vertrok in 1995 naar Nederland. Hij had slechts anderhalve tas bij zich, gevuld met drumstokken en wat kleren. Zijn voornaamste bagage bestond uit een grenzeloos vertrouwen en enthousiasme dat dit de juiste stap was. Hij trok de wereld in om te drummen.
In Den Haag kwam Jonas in het walhalla. Een school waar alles om muziek draaide, met alleen maar leuke leraren en studenten. Maar al snel kwam de dag van het theorie-examen om zijn niveau in te schatten. Daar bleek dat hij geen enkele basis had. Hij moest een contract ondertekenen, waarin stond dat hij van school gestuurd werd als hij niet binnen een jaar zijn theorie op orde kreeg. Het was hem duidelijk dat het ernst was en hij zette alles op alles. Gelukkig werd dat door de leraren gezien en gewaardeerd. Hij haalde zijn theorie-examen en werd dus niet van school gestuurd. In plaats daarvan ging hij zelf weg, omdat hij meer wilde leren dan jazz alleen. Op het Conservatorium van Amsterdam maakte hij de studie Lichte Muziek af.
Perfectionisme
Zowel van huis uit als door zijn docenten was Jonas altijd gestimuleerd zijn passie te volgen en zijn talent te ontplooien. De keerzijde daarvan was wel, dat hij al van jongs af aan een groot verantwoordelijkheidsgevoel ervoer om zijn talent niet weg te gooien. “Toen ik als drummer van verschillende bands op tournee was over de hele wereld, had ik het gevoel te doen wat ik moest doen. ik leefde mijn jongensdroom. Hoe groter mijn publiek, des te blijer ik was. Hoe harder het applaus, des te euforischer mijn gemoedstoestand. Maar tussen tours en optredens door had ik vaak het gevoel dat ik maar wat liep te lanterfanten.”
Dat werd er niet beter op toen hij besloot helemaal met toeren te stoppen. Na tien jaar lang de wereld rondreizen, altijd maar ‘aan’ staan en daardoor slecht slapen, was hij daar op dat moment klaar mee. Hij ging zich toeleggen op schrijven, produceren, mixen en masteren voor andere artiesten. Die hadden veel profijt van zijn verregaande perfectionisme, maar het schonk Jonas zelf geen voldoening. Hij miste de directe feedback van het publiek. Als iemand thuis zat te genieten van een door hem geproduceerd album, zag en voelde hij daar niets van. Terwijl hij juist gedreven werd door een twinkeling in een oog, een uitzinnig stadion of alle directe respons daar tussenin. Natuurlijk was het fijn als een artiest het afgesproken bedrag overmaakte of Buma/Stemra een som geld uitkeerde, maar het voelde als cijfertjes, niet als waardering. Jonas kwam in een neerwaartse spiraal terecht. In 2015 kreeg hij een burn-out, die zich al snel verdiepte tot een depressie.
Levenslessen
Dokters en psychologen wezen Jonas al snel op het feit dat hij roofbouw op zichzelf pleegde. In eerste instantie wuifde hij dat nog weg met gedachten als ‘Ik ben een Viking, ik ben sterk’. Hoe slechter hij zich voelde, des te harder hij ging werken. Uiteindelijk kon hij echter niet meer ontkennen dat hij al jarenlang slecht voor zichzelf zorgde. Ook bekroop hem een schuldgevoel naar zijn omgeving, waarvoor hij ook geen leuker mens was geworden. Hij begon vele tientallen zelfhulpboeken te lezen, gezonder te eten en meer te sporten, voerde talloze gesprekken, maakte zich meditatie en ademhalingsoefeningen eigen, stelde betere prioriteiten… kortom: Jonas nam de situatie serieus en deed er alles aan om eruit te komen. Hij verhuisde zelfs met zijn gezin van Loenen aan de Vecht naar Scheveningen. Daar kwam hij helemaal tot rust, genoot van de creatieve sfeer en relaxte mensen, en raakte opnieuw geïnspireerd. “Ik leerde hij zelfs gitaar spelen”, vertelt hij enthousiast, “iets waarvan ik mezelf altijd had aangepraat dat ik dat niet zou kunnen. Vioolspelen, drummen, de piano, zingen… dat ging allemaal prima, maar van gitaarspelen dacht ik altijd dat het niet voor mij zou zijn weggelegd. Nu ik mezelf dat toch heb aangeleerd, kan ik hele shows in mijn eentje spelen. Wat een vrijheid en plezier geeft dat!”
De belangrijkste les school echter in Jonas zelf. Tijdens zijn live-carrière was de kick van een enthousiast publiek zo groot, dat al het andere erbij in het niet viel. Hij dacht toen: ‘Als ik op het podium sta, is het leven goed’. Maar je kunt natuurlijk niet altijd op het podium staan. Nu weet hij, dat hij ook goed genoeg is als hij geen succes zou hebben. En dat succes niet alleen afhangt van de grootte van het publiek. Een gezellige zondagochtend met zijn gezin of een fijn gesprek met een vriend is ook belangrijk en waardevol, en bezorgt hem (nu) dus ook een goed gevoel.
Reddende engel
Toch scheelde het niet veel, of Jonas was niet zo ver gekomen. De eerste twee jaren van zijn depressie had hij suïcidale gedachten altijd resoluut aan de kant kunnen zetten, maar op een dinsdagochtend in 2017 gaf hij er – terwijl hij plankgas over de snelweg raasde – bijna aan toe. Op een haar na ontsnapte hij aan dat stemmetje in zijn hoofd. In shock over het feit dat hij op het punt had gestaan iets te doen wat hij absoluut niet wilde, parkeerde hij zijn auto bij een winkelcentrum. Trillend ging hij een café binnen. Een meisje legde haar hand op zijn schouder en vroeg of het wel ging. “Ik geloof het wel,” zei Jonas, en hij bestelde een kopje thee.
Terwijl hij de heftigheid van het gebeurde tot zich liet doordringen en zich realiseerde dat er iets drastisch moest veranderen, ging uit het niets een man tegenover hem zitten. Een vriendelijke man om te zien, met een begripvolle blik in zijn ogen. Hij bestelde een kopje koffie voor zichzelf en begon ongevraagd en zonder zich voor te stellen te praten. “Ik ben al 20 jaar coach”, zei hij, “en ik coach mensen die crashen. Topsporters, CEO’s en andere mensen die enorme eisen aan zichzelf stellen en dan tegen een muur aanlopen. En wie ben jij dan?” Jonas antwoordde: “Ik geloof dat ik een van die mensen ben die jij vaak helpt. Ik heb de lat altijd heel hoog gelegd voor mezelf en zit er nu totaal doorheen.” Dat had de man wel gezien, zei hij relaxt. Hij nam een hap van zijn koekje en bestelde nog een koffie.
Geweldig nieuws
Jonas vervolgde: “Ik realiseer me dat ik depressief ben, maar daarnet ben ik enorm geschrokken. Ik was er zó dichtbij om er een einde aan te maken…” De man knikte begrijpend. “Het gaat slecht met je, hè?”. Toen kwam er een enthousiaste blik in zijn ogen. “Dat is geweldig nieuws Jonas!”, riep hij uit. Hij sprong op, stak zijn hand uit en zei: “Gefeliciteerd met je crisis!” Met stomheid geslagen keek Jonas om zich heen om te zien of er geen Bananasplit-camera’s hingen. Waar was hij in verzeild geraakt met deze gekke man?
“Begrijp me niet verkeerd”, zei de vreemdeling. “Ik gun je de pijn niet, maar dit is het beste wat je ooit is overkomen. Je bent nu een puzzel die compleet overhoop ligt. Dat dwingt je om die puzzel stukje voor stukje weer in elkaar te leggen. Als de problemen niet zo groot zijn, doe je niets. Maar als je zo hard gecrasht bent als jij, moet je wel. Het kan een paar maanden duren, een paar jaar of tien jaar, maar je krijgt er een fantastisch leven voor terug. Wat een fantastisch nieuws! Ik wens je het allerbeste.” Hij stond op, gaf een hand en liep weg.
Ze hebben elkaar nooit meer gezien, maar de volgende dag werd Jonas met een ander gevoel wakker. Een gevoel van hoop dat hij lang niet gekend had. Dit was het begin van een nieuwe periode. De weg terug. Het zou inderdaad nog vijf jaar duren, maar in 2022 durft Jonas vol overtuiging te zeggen dat hij de depressie achter zich gelaten heeft. Next stop: good vibes.
‘Goed gevoel-garantie’
Als hij zijn huidige leven vergelijkt met hoe het vóór zijn burn-out was, valt op hoeveel simpeler het geworden is. Dat komt in alles terug: hij neemt zichzelf als maatstaf voor zijn geluk en succes, werkt alleen nog aan zijn eigen muziek, is daarmee ‘back to basics’ gegaan en zet met alleen een gitaar en mooie verhalen een zaal op zijn kop. Nu hij alleen nog maar muziek voor zichzelf maakt, is hij ook een stuk minder kritisch. Het draait bij een opname of optreden om het gevoel, niet om die perfecte mix. Dat is een hele last minder.
“Als mensen mij vragen wat voor muziek ik maak, zeg ik altijd: ik ben ’s werelds meest optimistische songwriter. Ik heb wel een lange reis moeten maken om te komen waar ik nu ben, maar ik voel me beter dan ooit. Al die lessen die ik onderweg geleerd heb, zorgen ervoor dat ik nu focus op dingen waar ik blij van word. Dat is ook de primaire doelstelling van mijn liedjes. Vandaar dat ik een ‘feelgood-garantie’ geef op mijn muziek. Als mijn album je geen goed gevoel geeft, krijg je direct je geld terug.”
Good vibes
Die positieve aanpak begon een jaar of twee geleden. Jonas kreeg toen in korte tijd slecht nieuws over een aantal vrienden en familieleden. Dat was in dezelfde periode dat in Scheveningen vijf surfers omkwamen in de onstuimige zee. “Ik was in de studio een ballad aan het schrijven, maar ik kon het gewoon niet. Toen heb ik alle trieste, melancholische liedjes die ik had liggen aan de kant geschoven en besloten iets te maken waar ik me beter van ging voelen. Op die manier kon ik de situatie aan. Ik ben er daarna niet meer mee opgehouden en heb sindsdien alleen maar optimistische dingen geschreven. Meer dan genoeg om een heel album mee te vullen. Weet je, aan alles wat in de wereld gebeurt, kan ik niets veranderen. Maar ik heb gemerkt dat ik het meeste voor anderen kan betekenen als ik me goed voel. Eigenlijk is maar één ding belangrijk: de liefde. Dat begint ermee, dat je moet leren van jezelf te houden. Inmiddels ben ik zover, dat ik mijzelf een hele fijne gast vind om in te wonen.”
Succesvolle tour |
Tracklist Next Stop: Good Vibes |