Zeker als je geen deel uitmaakt van de muziekindustrie kan ik me voorstellen dat je na het lezen van deze kop denkt: ‘Huh? Is dat dan nu niet zo?’ Geloof mij, dan had ik mijn woorden anders gekozen. Het antwoord is dus: ‘Nee, dat is nu niet zo’. En ik ben het met je eens dat dat best raar is.
Royaltyverdeling voor dummies
Hoe de geldstromen van de streamingplatformen naar de rechthebbenden lopen, is een complex verhaal, maar heel in het kort komt het hier op neer… Streamingdiensten (Spotify, Apple Music, Deezer, enz.) hebben geld nodig om hun diensten te kunnen verlenen en nieuwe diensten te kunnen ontwikkelen. Daarom zijn ze met de muziekindustrie een fee overeengekomen van ongeveer 30% van de netto streaminginkomsten (zoals muziekwinkels ook marge maken bij verkoop). Anders gezegd: 70% van de netto streamingopbrengsten (dus na aftrek van BTW) wordt aan de rechthebbenden doorbetaald. Artiesten en labels ontvangen hiervan ongeveer 57% (afhankelijk van hun onderhandelingspositie), en 13% gaat naar auteursrechtenorganisaties, die het weer doorsluizen naar auteurs en uitgevers. De huidige verdeling is dus grofweg als volgt:
€9,99: consumentenprijs
€1,73: 21% BTW
€2,48: 30% streamingplatform
€4,71: 57% uitvoerenden/labels
€1,07: 13% auteurs/uitgevers
In de Streaming Price Bible kun je nalezen dat de populairste streamingdiensten tussen de 0,3 en 0,5 dollarcent uitkeren per ‘geldige’ stream (na beluistering van minimaal 30 seconden).
Om nu precies te bepalen welke rechthebbende welk bedrag op zijn rekening gestort krijgt, wordt per maand per land gekeken naar het aantal streams per abonnementsvorm op een platform. Elke gestreamde artiest krijgt uitbetaald op basis van zijn ‘marktaandeel’ binnen dat totaal. Simpel rekenvoorbeeld: als een artiest met al zijn hits samen 1% van het totaalaantal streams op zijn naam heeft staan (dan ben je dus buitencategorie), krijgt die een honderdste van het totaalaantal streams, vermenigvuldigd met het bedrag per stream.
Onafhankelijke artiesten ontvangen dit bedrag via hun distributeur, die daar eerst zijn afgesproken fee van afhaalt. Bij uitvoerenden en auteurs die onder contract staan, gaat dit geld naar hun label of uitgever. Die betalen dan weer door, na aftrek van een overeengekomen percentage voor hun diensten. Hoeveel van dat geld uiteindelijk daadwerkelijk bij de uitvoerenden en auteurs terechtkomt, hangt dus helemaal af van de individuele afspraken die zij hierover gemaakt hebben met hun labels en uitgevers.
Je ziet: de simpele uitleg is al ingewikkeld genoeg…
Waarom moet het anders?
Toen Spotify in 2006 werd opgericht, bracht het een revolutie teweeg in de manier waarop mensen muziek gingen consumeren. Dat vergde ook andere manieren van afrekenen, en na lange onderhandelingen met de muziekindustrie kwam de huidige methode eruit. Die blauwdruk is door latere diensten overgenomen. Nu, 11 jaar na de daadwerkelijke marktintroductie van streaming, denk ik dat de opgedane kennis geïnventariseerd moet worden en een nieuwe methode bedacht moet worden om de royalty’s bij de juiste rechthebbenden terecht te laten komen. Er is een aantal redenen waarom ik (en steeds meer mensen met mij) vind dat dit nodig is:
- Je luistert naar de artiesten waar je fan van bent en gaat ervan uit dat zij daar dan ook van profiteren. Dat is nu niet het geval. Grote artiesten, die ik nooit draai, krijgen op basis van hun marktaandeel een deel van ‘mijn’ geld, waardoor er minder te verdelen valt onder de opkomende artiesten, die ik de hele dag heb opstaan
- Daardoor helpt de huidige rekenmethode vooral om artiesten, labels en genres die al groot zijn nog groter te maken, terwijl degenen die nichemuziek maken of uitbrengen verhoudingsgewijs een te klein bedrag krijgen
- Bovendien stimuleert het huidige model het verkrijgen van een groter marktaandeel. Dat is op zich geen probleem, maar niet iedereen doet dat op een nette manier. Steeds weer duiken verhalen op over ‘stream farms’, waar op ontelbare apparaten miljoenen nepstreams worden gegenereerd. Anderen kiezen een creatievere insteek…
Rijk worden terwijl de tijd verstrijkt
Wat te denken van de albums Vocal Clock 1 van artiest A. McOne, Vocal Clock 2 van artiest A. McTwo, tot en met Vocal Clock 12 van artiest A. McTwelve? Je vindt ze op vrijwel alle streamingplatformen. Als je gaat luisteren, hoor je precies een uur lang een tikkende klok, verdeeld in 20 tracks van 3 minuten. Elk ‘muziekstuk’ begint met een tijdmelding: “It’s one o’clock”, “One-o-three”, “One-o-six”, enz. Geschreven en uitgevoerd door A. McOne, aldus de credits. Nou, daar zal hij druk mee geweest zijn!
Op het moment van schrijven zijn al die tracks, alleen al op Spotify, bijna 672.000 keer gestreamd. Alsof zoveel mensen een uur lang naar een tikkende klok gaan luisteren. Zouden deze albums 30 jaar geleden op cd uitgebracht zijn? Natuurlijk niet. Dit is niets anders dan een slimme en creatieve manier om op een oneigenlijke manier geld te verdienen aan het systeem. En niet weinig geld ook. Reken maar mee: 672.000 x 20 tracks x 12 albums = ruim 161.000.000 plays, oftewel zo’n 550.000 dollar (o.b.v. de Streaming Price Bible). En dat alleen al op Spotify.
Is dit een klok of een tikkende tijdbom? Een ding is zeker: geld dat naar dit soort figuren gaat, gaat niet naar echte schrijvers en muzikanten. Dat de industrie dit ook inziet, blijkt wel uit de gedragscode om streaming fraude tegen te gaan (pdf), die onlangs collectief is afgesloten. Hoewel niet iedereen enthousiast is over de afgesproken maatregelen.
Een eerlijker verdeling
Of die gedragscode nu een tandeloze mummie is of niet, het is goed dat de ernst van de situatie wordt ingezien en de eerste (voorzichtige) stappen gezet worden om hier iets aan te doen. Maar tegelijkertijd moet dit probleem bij de wortel worden aangepakt, door te gaan afrekenen op basis van de muziekconsumptie van individuele gebruikers. Dus: als iemand een hele maand lang alleen maar muziek van één bepaalde artiest draait, dan zou het totale uitkeerbare bedrag van die consument (zeg maar 7 euro van zijn abonnementsgeld van 10 euro, hoewel dit in de praktijk door allerlei marketingacties en abonnementsvormen lager ligt) naar die ene artiest moeten gaan.
Een recente Finse studie onderschrijft dat een dergelijke benadering gunstiger uitpakt voor artiesten met een kleiner aantal streams, maar in een vervolgonderzoek geeft Spotify aan dat de invoering van een op individueel luistergedrag gebaseerd model dusdanig hoge kosten met zich meebrengt, dat dit het voordeel teniet doet. Desalniettemin zit Deezer al twee jaar met de labels om de tafel om te kijken of een dergelijk ‘user-centric’ systeem haalbaar is, en schijnt ook Amazon de impact hiervan te onderzoeken.
Maar weet je wat? Zelfs als een aanpassing van de wijze van uitbetalen niet resulteert in een verschuiving van gelden, dan creëert het in elk geval eerlijkheid en transparantie. Én het neemt een belangrijke voedingsbodem voor fraude weg. Immers: in de situatie die ik voorstel, kan een fraudeur maximaal zijn abonnementsgeld terugverdienen, i.p.v. zijn fortuin te maken ten koste van de andere artiesten. Dat is ook veel waard.
Nog even dit…
Als gekozen wordt voor een op individueel luistergedrag gebaseerd systeem, gaat het geld dus eindelijk naar de rechthebbenden die het meest gestreamd worden. Ik gebruik hier expres het containerbegrip ‘rechthebbenden’, want er is nog een fundamenteel onrecht, dat rechtgezet moet worden: de scheve verhoudingen tussen wat uitvoerenden en labels krijgen, vergeleken met auteurs en uitgevers. Schrijvers zijn (minstens) even belangrijk voor een succesvol liedje als de uitvoerenden, en toch gaat het gros van het geld naar die laatste groep. In dat opzicht is een jaar of tien geleden aan de onderhandelingstafel iets helemaal misgegaan. Het is hoog tijd dat het royaltygeld op een 50/50-basis verdeeld gaat worden tussen uitvoerenden/labels en auteurs/uitgevers. Eerlijkheid duurt het langst. Dat is overigens iets wat die partijen onderling overeen moeten komen, want het gaat immers over (de verdeling van) ‘hun’ 70%.
Doel heiligt de middelen
Ik zal de eerste zijn om te erkennen dat dit allemaal makkelijker gezegd is dan gedaan. Ik heb het bijvoorbeeld nog niet eens gehad over het feit dat het wenselijk zou zijn als in de berekening zou worden meegenomen hoe lang precies (al dan niet procentueel) naar een nummer geluisterd is. En ook spelen er ongetwijfeld nog allerlei elementen of belangen waar ik geen weet van kan hebben. Maar het belangrijkste is, dat ik een denkrichting en een gewenst einddoel wil meegeven, juist zonder rekening te houden met allerlei individuele belangen. Uiteindelijk hebben alle spelers namelijk hetzelfde belang: een industrie die de mooiste muziek voortbrengt, die mensen graag willen horen, waarvoor ze zonder morren willen betalen en waarvan de opbrengsten volgens een eerlijke verdeling bij de juiste rechthebbenden terechtkomen. En dat alles liefst tot in de eeuwigheid. Want ook eeuwigheid duurt het langst.
(Foto geld: Maryna Pleshkun via 123RF.com)