Een op voorhand veelbelovende bijeenkomst tijdens de Eurosonic Noorderslag-conferentie was een gesprek met Tony Berk. Hij was eind jaren ’90 al winnaar van de allereerste industrieprijs De Veer omdat hij zich bijzonder verdienstelijk gemaakt heeft voor het Nederlandse product. Een slimme, soms ook sluwe zakenman, die precies weet welke wegen te bewandelen om het onderste uit de kan te halen. Een ‘boefje’ waarvoor ik veel bewondering heb en van wie ik de biografie blind zou kopen. Als hij daarin althans het achterste van zijn tong laat zien. Ondanks dat hij toegaf met dit interview te hebben ingestemd omdat hij ijdel is, stelde hij zich in dit vraaggesprek met Jan Douwe Kroeske helaas vooral bescheiden op. Daardoor werden mijn hoge verwachtingen niet waargemaakt.
Dat kwam mede doordat in het interview vooral bij het heden werd stilgestaan, terwijl juist zijn verleden roemrucht is. Helaas werd daar slechts snel doorheen geskipt. Berk heeft Mulo als hoogste opleiding en maakte de HBS daarna niet af. In 1967 begon hij op de debiteurenadministratie bij tandpastafabrikant Prodent. Bij de ziekenomroep kon hij zijn muzikale ei kwijt. Vervolgens werd hij dj in een discotheek en later bij Radio Noordzee Internationaal. “Je moet daar zijn waar de mogelijkheden zich voordoen”, is zijn credo.
Berk noemt zichzelf ‘koopman en muziekuitgever’. “Dat gaat samen. Als je alleen muziekuitgever wilt zijn, ben je maar een kort leven beschoren.” Momenteel heeft hij binnen de Talpa-holding vijf bedrijven, waarvan uitgeverij Talpa Music de kern is. Dat heeft onder meer een groot belang in muzieklabel 8Ball.
Zelf richtte hij in 1978 muziekuitgeverij Tony Berk Music op en in 1984 het label Dino Music. Beide bestaan nog, maar zijn overgenomen door EMI. “Van de vijf grootste EMI-artiesten zijn er drie Dino-artiesten”, aldus Berk. “Dat zegt veel over EMI.” De grootste verdienste van Dino vindt Berk dat het 20 jaar geleden al een nieuwe impuls gaf aan de Nederlandse muziekscene. “Toen kreeg Nederpop bijna geen airplay en was vooral het levenslied populair. Wij brachten Anouk, Di-rect, René Froger en Marianne Weber uit op een label, omdat dat label synoniem was aan ‘Nederlandse muziek’, los van het genre.”
Zijn grootste teleurstelling is, dat hij nooit ‘een rock ‘n’ roll-bandje met veel gitaren’ in de wereld heeft weten te lanceren. Dat gevoel kan ik me voorstellen, zeker als je weet dat Berk op dit moment naar eigen zeggen elk jaar 60.000(!!!) contracten ondertekent. Dat zijn er gemiddeld 165 per dag. Tja, dan is het ook niet gek dat er ‘in de hele wereld geen hitparade (is) waar geen Talpa-hits in staan’, zoals Berk claimde. Overigens gaf hij daarna direct aan dat Talpa van veel hits niet alle rechten bezit. “Er zijn veel mensen betrokken bij het maken van een liedje: een componist, tekstdichter, beatmaster, topliner, mixer, enz. Van veel nummers hebben we dus maar 20, 25 of 50% van de rechten. Die andere uitgevers kunnen dus evenveel aanspraak maken op die successen als wij.”
Over uitgevers gesproken: tijdens een anekdote omschreef Berk auteursrechtenorganisatie BMI als ‘de Amerikaanse Buma’. “Zij concurreren daar met ASCAP. Het zou goed zijn als we dergelijke concurrentie ook in Nederland hadden, maar zover zijn we nog niet.” Opmerkelijke, maar hoopgevende uitspraak voor een bestuurlid van Buma.
Onmiskenbaar (en 100% uit de stal van Talpa) zijn de successen van Giorgio Tuinfort (volgens Berk even getalenteerd als Quincy Jones) en Afrojack. Die laatste ‘mag tegenwoordig elke avond een borreltje drinken met Paris Hilton’, aldus Berk. “Als iemand vraagt: “Waar was je gisteravond?”, dan betekent “Ik was in Hilton” voor hem wat anders dan voor ieder ander.”
Nog groter is het succes van The Voice Of…. “Dat biedt een enorm platform voor onze liedjes. Het programma wordt nu wereldwijd in 42 landen uitgezonden. De drie hoogst eindigende kandidaten maken een album, waarvoor wij het gros van de tracks leveren. Dat gaat dus om honderden liedjes per jaar. We kunnen dan ook nog wel goede componisten gebruiken.”
Berk erkent dat 90% van de carrières maar een jaar of twee duurt, maar dat is volgens hem van alle tijden. “Nu word je er meer mee geconfronteerd, omdat nieuwe artiesten – dankzij concepten als The Voice Of… – met een veel hoger profiel worden gelanceerd. Daar speelt niet alleen tv een rol in, maar ook internet en YouTube.”
The Voice is voor Talpa dus een geweldig vehikel om exposure te kunnen genereren voor zijn componisten. “Het is te gek als wij Amerikaanse kandidaten in een blind audition No Mercy van Racoon kunnen voorschotelen, en verschillende deelnemers het nummer ook daadwerkelijk kiezen.” Dankzij dit mechanisme in The Voice groeide Lost van Anouk een paar jaar gelden uit tot een top 10-hit in Noorwegen en kwam het vorige week zelfs op 1 binnen in Denemarken.
“Zo zie je maar: het gaat om het liedje”, aldus Berk. “Het albumconcept is over. Ik denk meer in bundels van 4 of 6 liedjes.” Ben ik volledig met hem eens. Als mooiste liedje aller tijden noemt de geïnterviewde Michel van Anouk.